Geliefd of gehaat, in belang overdreven of onderschat: in een tentoonstelling over water en de Nederlanders mag de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie niet ontbreken. In de zeventiende eeuw komt de Nederlandse scheepvaart en de handel over zee tot ongekende bloei. Met ‘galjoenen’, ‘pinassen’, ‘fregatten’ en scheepstypen met andere welluidende namen gaat het naar de oost. De trots op deze scheepvaart groeit in de zeventiende eeuw in een geheel nieuw artistiek genre: de maritieme schilderkunst.
De zeeschilder Hendrik Cornelisz Vroom (1562/3-1640) koos voor dit zeestuk het moment waarop Oost-Indiëvaarders het Marsdiep uitzeilen; de doorgang tussen Noord-Holland en het waddeneiland Texel die de Waddenzee verbindt met de Noordzee. In de Gouden Eeuw verlieten jaarlijks wel 3000 schepen de rede bij Texel via deze doorgang. Zij voeren maanden- soms jarenlang over de handelsroutes naar De Oost op zoek naar nootmuskaat, peper en andere rijkdommen; onderweg oorlogen met concurrenten trotserend, zeepiraterij, stormen, muiterijen en ziektes.
Maartje van den Heuvel