Skip to main content

De stad in Spraakmakers: De wilde stad

Geschreven door Tracy Metz op . Gepost in , , , , .

Elke dinsdag ben ik voor het nieuws van 11 uur te gast in het KRO NCRV programma Spraakmakers op Radio 1 om actuele ontwikkelingen op het gebied van architectuur en stedelijk leven te bespreken. De film ‘De wilde stad’ die vanaf 1 maart in de bioscoop draait toont hoe rijk de stad is aan dieren. Van patatmeeuwen, tot vinexvossen, van pizzaratten tot rotzooimeerkoeten. Hoe leven die allemaal recht onder onze neus?

Dieren die profiteren van menselijke slordigheid

‘De wilde stad’ is de opvolger van de film ‘Nieuwe Wildernis’ waarin dieren in de Oostvaardersplassen werden gevolgd. Nu zijn de stadsdieren aan de beurt. Het is een knap gemaakte film, met geweldige beelden. Je ziet een meeuw in volle vlucht een jonge meerkoet uit de gracht pikken en in zijn snavel mee wegvliegen, een sperwer die met 350 kilometer per uur als een bom uit de lucht komt vallen om een duif te pakken.

Sowieso ben ik dol op natuurfilms, maar ik was wel speciaal benieuwd naar deze. De vorige film van EMS Films, over de Oostvaardersplassen, vond ik heel romantisch, op het onwaarachtige af. Deze is hipper en ook met humor gemaakt. De titelsong ‘Jungle van Beton’ is van rapper Sef, en de commentaarstem van Martijn Fischer heeft net de goede toffe gozer-klank, zonder dat het te plat wordt.

Je ziet in de film veel dieren die profiteren van het slordige gedrag van de mens in de stad. Je kunt je afvragen: Is dat eigenlijk wel de natuur die je in de stad wil hebben? Maar of je het hebben wilt of niet: dieren zijn doorlopend op zoek naar eten om te kunnen overleven, en dat vinden ze in de stad. In ‘De Wilde Stad’ zit een onvergetelijk beeld van een rat die een stuk pizza z’n hol in sleept. En de meeuwen hebben de kust verlaten omdat daar minder wordt gevist, voor hen is het makkelijker om in de stad afvalzakken aan te vallen.

Instincten aanpassen om in de stad te kunnen overleven

Wat bijzonder is aan de film, is dat het over de stad gaat waarin de mens nu eens niet centraal staat! Het wordt verteld vanuit het gezichtspunt van de dieren zelf. Hoofdpersoon is de dikke kat Abatutu, die je volgt terwijl hij de stad afstruint. Die kat was trouwens ook bij de première – hij zat aan een touwtje, op een voetstuk. Tijdens een gesprek in het Wilde Stad café voorafgaand aan de première gisteravond vertelde ecoloog van Amsterdam Anneke Blokker dat er wel 8.000 soorten dieren en planten in de stad voorkomen, zelfs zeehonden en ijsvogels.

Er zijn overigens ook allerlei nieuwe dieren in de stad, vooral de zogenaamde exoten, die hier niet van nature voorkomen. Je kent vast die felgroene halsbandparkieten, die zo schel kunnen krijsen. En de Amerikaanse rivierkreeft is ook een plaag geworden. Veel mensen zien die kreeftjes trouwens aan voor schorpioenen.

Al die dieren passen zich aan om in de stad te kunnen overleven. Het is bekend dat vogels in de stad hoger zingen om boven het verkeer uit te komen. Heb je ooit het nest van een meerkoet gezien? Echt een rotzooi, met wat slordige takken en vooral veel kleurige stukken plastic, wat ie maar tegenkomt in de gracht.

Slechtvalk – Foto: Frans Lemmens
Rat – Foto: Frans Lemmens
Kat Abatutu – Foto: Frans Lemmens
Halsbandparkieten – Foto: Frans Lemmens
Vos – Foto: Frans Lemmens
Rivierkreeft – Foto: Frans Lemmens
Meerkoetnest – Foto: Frans Lemmens
Reiger – Foto: Frans Lemmens

Goed voor dier = goed voor mens

Als er één les is die we kunnen leren, is wel dat wat goed is voor natuur in de stad, is ook goed voor mensen. Wij mensen en ook die 8.000 soorten dieren en planten hebben allemaal baat bij meer groen in de stad. En dat groen vangt ook weer het regenwater op waar we door de heftige buien last van hebben. En de stad heeft ook veel aan dat groen en aan mooi water, want een leefbare stad trekt talent aan en dus bedrijven.

Meer lezen?

Meer trends in De stad in Spraakmakers vind je hier.