Project -en gebiedsontwikkelaar AM interviewde me over wat me geïnspireerd heeft voor hun webserie ‘Inspired by’. Wie of wat heeft je geïnspireerd en gemaakt tot de persoon die je vandaag bent? Lees het hele interview hieronder.
Tracy Metz is journalist en auteur over urban issues. De geboren Amerikaanse en getogen Amsterdamse heeft al vijf jaar een eigen live talkshow over stedelijke thema’s, Stadsleven www.stadsleven.nu, is elke week op Radio1 te horen en schrijft voor onder andere NRC en het Amerikaanse tijdschrift Architectural Record. Verder is Metz directeur van het John Adams Institute, het onafhankelijke podium voor Amerikaanse cultuur in Nederland. Iemand die steden, landen en culturen uitstekend kan vergelijken. Aan haar als eerste in deze serie een half dozijn vragen over het fenomeen inspiratie: wie, wat en waar?
Wie of wat heeft je geïnspireerd en gemaakt tot de persoon die je vandaag bent?
‘In mijn geval zijn dat de stad waar ik vandaan kom en de stad waar ik terecht ben gekomen. Dat besef je pas achteraf, maar het heeft echt invloed gehad op mijn werk en hoe ik naar steden kijk. Ik ben geboren in Los Angeles: een enorm uitgesmeerde stad, waar iedereen toen noodgedwongen alles met de auto deed. Waar geen mensen op straat zijn en groen ook vaak ver te zoeken is. Ik kwam als jongeling in Amsterdam terecht, omdat dit het goedkoopste ticket naar Europa was. De stad waar iedereen loopt en fietst, waar je op straat bekenden tegenkomt, waar mensen überhaupt een keuze hebben over hoe ze zich verplaatsen. Het contrast had niet groter kunnen zijn! Het zette me aan het denken: waar worden deze verschillen door veroorzaakt? Dat heeft met allerlei zaken te maken, van de cultuur tot en met de bodemgesteldheid.’
Waar haal je nog meer je inspiratie uit?
‘Reizen is voor mij heel belangrijk. Daardoor kom ik op andere plekken en zie ik: hé, hier doen ze het zo. Onlangs was ik bijvoorbeeld gevraagd een lezing in Hong Kong te geven, dan kom je in een stad terecht met een overtreffende trap wat dichtheid betreft. Bijzonder om te zien hoe men daar bijvoorbeeld voetgangersroutes maakt over de wegen heen en hoe die weer aantakken op allerlei routes – dwars door kantoren en winkelcentra heen. Een horizontale gelaagdheid die de lucht in is gebracht, heel apart. Het opent mij de ogen wat er allemaal aan oplossingen mogelijk is.’
Kan je – als het om leefomgevingen gaat – een plek noemen die je inspireert? Waardoor komt dat?
‘Ik noem dan twee plekken. De eerste is Edwards Air Force Basis in Californië, waar ik geboren ben omdat mijn vader na WOII daar aan het werk ging. Het is de basis waar de geluidsbarrière werd doorbroken, maar waar ook de space shuttles landden. Tom Wolfe heeft het heroïsche van de basis in “The Right Stuff” perfect beschreven. Het beeld van dat enorme lege landschap is me altijd bijgebleven. En het Amstelveld in Amsterdam als tweede plek. Ik heb eraan gewoond, het enige plein in de grachtengordel. Ooit bedoeld als locatie om een grote kerk te bouwen – die er nooit kwam. Dat plein kon daardoor voor allerlei doeleinden gebruikt worden in de eeuwen die volgden, van overslag tot en met parkeren. De tijdelijke houten kerk die wél werd gebouwd is nooit meer afgebroken. Dat nuanceert voor mij ook weer het actuele debat over tijdelijke bestemmingen. Inmiddels is het Amstelveld een voor velen dierbare open ruimte in de stad geworden.’
Wat is je favoriete stad? En waarom?
‘Dat is Amsterdam, om alle kwaliteiten die ik al genoemd heb – en meer. Hoewel het soms ook iets benauwends kan hebben; het is klein, en er wordt vaak en veel gemopperd. Dat vind ik wel eens jammer. In Amerika zeggen we veel eerder: “good for you!” als iemand iets bereikt. In de Nederlandse cultuur is er dan eerder de afgunst.’
Van welke ‘vakgenoot’ heb je zelf het meest geleerd?
‘Ik ben geraakt door het werk van J.B. Jackson, die zichzelf landschapschroniqueur noemt. Hij doceerde aan Harvard, woonde in Santa Fe en reed op zijn motor tussen die twee plaatsen door Amerika. Hij had de gave om aan de hand van een ogenschijnlijk terloopse observatie een veel bredere ontwikkeling te analyseren en beschrijven. Bijvoorbeeld: het viel hem op dat er allerlei bestelbusjes op straat reden. Wat bleek: dat waren de mobiele bedrijven van immigranten, die geen geld hadden voor een normale bedrijfshuisvesting. Zo beschreef hij dan de new economy.’
Hoe hoop jij zelf anderen te inspireren?
‘Ik hoop door mijn werk ook duiding te kunnen geven aan de fenomenen van deze tijd. Ik zit niet zelf in het vak van architect of stedebouwkundige, maar kan er wel over schrijven en er de aandacht op vestigen. Dat deed ik bijvoorbeeld in de NRC-kerstbijlage waar ik elk jaar mijn Top 5 Architectuur benoem. Bewust heb ik daar – als statement – vijf projecten genoemd die met circulariteit en hergebruik te maken hebben. Zoals het Circl Paviljoen van ABN Amro en de Kleiburg-flat in de Bijlmermeer. Omdat ik dat als tegengeluid wilde laten horen, tegen de verkwisting die we om ons heen zien.’