De stad in Spraakmakers: architectuurbiënnale Venetië
Elke dinsdag ben ik voor het nieuws van 11 uur te gast in het KRO-NCRV programma Spraakmakers op Radio 1 om actuele ontwikkelingen op het gebied van architectuur en stedelijk leven te bespreken. Deze week: de 16e Architectuurbiënnale in Venetië, waar om de twee jaar de hele architectuurwereld bij elkaar komt, nu rond het thema ‘freespace’.
Dit jaar deden er 63 landen mee. Elke keer wordt een gast gevraagd om een thema te bedenken en daar deelnemers bij uit te nodigen. Dit jaar waren dat twee vrouwelijke architecten uit Ierland, vier jaar geleden was dat bijvoorbeeld Rem Koolhaas. De biënnale concentreert zich op twee plekken in de stad, het Arsenaal en de ‘Giardini’, de tuinen. In de Giardini hebben een aantal landen een eigen paviljoen, zoals Nederland met een gebouwtje van Rietveld uit midden jaren vijftig.
11 kapellen voor het Vaticaan
Dit jaar waren er zes landen die voor het eerst op de Biënnale aanwezig waren, waaronder Saodie-Arabië. De opmerkelijkste debutant was het Vaticaan. Op het eiland San Giorgio Maggiore hebben elf architecten allemaal een kapel gebouwd, heel vredig tussen de bomen en de rododendrons, met uitzicht op de lagune. Het ene is hypermodern, het andere juist heel traditioneel. De bekendste naam die heeft meegedaan is de Brit Sir Norman Foster, die een beeldschoon bouwsel van opengewerkt hout en staalkabels bedacht. Het is wel mooi weer-architectuur, hoor, bij regen heb je geen dak boven je hoofd! Ik vond het heel grappig dat er een mobiel wagentje was bij de uitgang waar je een t-shirt kom kopen als aandenken aan dit project van het Vaticaan.
De Britten maakten met hun paviljoen een politiek statement tegen de Brexit. Uit protest ertegen lieten ze het interieur helemaal leeg. Je kon wel via een enorme trap van steigermateriaal naar het dak, waar je – heel symbolisch – een mooi uitzicht had, ‘a broader perspective’. De titel van de inzending dit jaar was dan ook ‘Island’, eiland. Maar het blijven Britten, he – elke middag om 4 uur wordt op dat dak thee geschonken.
De toekomst van werk
Het Nederlands paviljoen is dit jaar goed gelukt. Marina Otero Verzier, hoofd onderzoek bij Het Nieuwe Instituut, en haar collega Katía Truijen hebben een flink aantal kunstenaars en architecten en historici verzameld die hun licht laten schijnen op de toekomst van werk, nu zowat alles geautomatiseerd wordt.
Je komt binnen in een kamer van vier knaloranje wanden, die allemaal kluisjes blijken te zijn. Soms trek je een kluisje open en krijg je een video te zien, soms foto’s of documenten, en soms blijkt een blok kluisjes een deur te zijn naar een ruimte erachter. In één van die ruimten staat bijvoorbeeld een bed. Een bed kan een politieke plek zijn, zoals toen Yoko Ono en John Lennon in 1969 in het Hilton in Amsterdam hun ‘bed-in’ hielden uit protest tegen de Vietnamoorlog. Het bed is ook een werkplek, natuurlijk voor prostituées maar ook voor steeds meer zzp’ers die kantoor houden vanuit bed. Tijdens het openingsweekend zijn er ook vier uur lang interviews in het bed gehouden, onder andere met de kunstenaar Joep van Lieshout en architect Winy Maas.
Deze biënnale is ook de moeite waard voor niet-architecten. Als was het alleen voor de inbreng van Indonesië in de Arsenale: een groot lint van wit papier met inkepingen erin, dat tussen die mooi verweerde bakstenen muren hangt. Het heeft verder geen verhaal, geen missie, geen sociale agenda – het is een heel simpele, pure beleving van schoonheid. Zeg maar freespace.