Negen jaar na de driedubbele ramp in het Japanse Fukushima – een zeebeving gevolgd door een tsunami die de kernreactor vernietigde – publiceren schrijfster Antoinette de Jong en fotograaf Robert Knoth Tree and Soil, hun verbeelding van het verlaten landschap. De mens is er in aanwezig, maar alleen als sporen. Hun beelden, gemaakt tijdens vijf reizen naar het gebied, vervlechten ze met scans van planten uit de Hortus die al in de zeventiende eeuw uit Japan zijn meegebracht, en met werk uit de verzameling van Siebold, die vele duizenden tekeningen, schilderijen, stenen, planten en dieren uit Japan mee terug nam.
Kunstenares Ansuya Blom is onderscheiden met de Heineken Prijs, met 100.000 euro de grootste beeldende kunstprijs van Nederland. Ik interviewde haar voor NRC Handelsblad over haar werk. Al ruim veertig jaar geeft ze in haar tekeningen, films, installaties en teksten ruimte aan stemmen die anders niet worden gehoord.
Kunstenares Diana Scherer werkt met de wortels van planten, van tarwe tot margrieten. Als een ware flora-dompteur laat ze de wortels groeien in patronen die zij heeft bepaald. Haar ‘doeken’ zijn van een onvermoede schoonheid die symbool staan voor enerzijds de strijd tussen mens en natuur, anderzijds het samensmelten ervan. Zij heeft nu een tentoonstelling in de expositieruimte van Hotel Droog.
Eén op de vijf Nederlanders lijdt aan slapeloosheid. Voor haar project ‘Insomnia’ portretterde fotograaf Annabel Oosteweeghel zestien mensen in hun nachtelijke eenzaamheid, met het bed als een verstilde plaats delict.
De foto’s hangen op een tentoonstelling in De Fundatie in Zwolle; meer foto’s en ook interviews zijn te vinden in het prachtige boek ism Carlijn Vis en vormgever Sybren Kuiper.
Het thema van deze zestiende editie van Fotofestival Naarden is ‘Marvelous Misfits’, briljante buitenbeentjes. Ruim 50 fotografen laten vooral de kwetsbaarheid van hun onderwerp zien. Veel van deze projecten zullen de kijker lang bijblijven. Zoals daar zijn:
Het is stikdruk in Casa Azul, het blauwe huis in een rustige wijk van Mexico City waar Frida Kahlo bij haar ouders opgroeide en ook na hun overlijden woonde. Het huis is een bedevaartsoord geworden, met slaapkamers voor dag en nacht en een werkruimte met bureau, rolstoel en schilderezel. Er loopt een blonde Israelische vrouw rond met net zulke bloemen in het haar en folkloristische kleding als Frida droeg. Buiten, in de lange wachtrij, staat een Amerikaanse die Frida groot op haar bovenarm heeft laten tatoeren.